De mens achter de zorgverlener, Paul van Urk
In deze terugkerende rubriek worden de verschillende zorgprofessionals van het Spinecenter geïnterviewd. Zo komen jullie meer te weten over de persoon achter de zorgverlener.
In deze aflevering is Paul van Urk aan het woord. Paul is wervelkolomchirurg bij het Spinecenter.
Waarom ben je dokter geworden?
“Ik heb als jonge basketballer een sportletsel gehad, door mijn enkel gegaan. Ik vond het enorm fascinerend dat verschillende zorgverleners een ander behandelvoorstel hadden, de ene adviseerde gips en de ander fysiotherapie. Ik ben er helemaal ingedoken tot aan posters van de anatomie van de enkel aan de muur aan toe. Vanaf dat moment wist ik dat ik iets met sportletsels wilde gaan doen. Ik dacht eerst aan fysiotherapie, maar ik wilde ook juist therapeuten aansturen en ingrepen gaan doen. Later in Italië ben ik bij een wereldberoemde wervelkolom chirurg geweest, die zo enthousiast mensen in zijn team bedankte en omhelsde nadat de patiënt wakker werd en zijn benen kon bewegen na een grote wervelkolomoperatie. Toen dacht ik, dit is gaaf, dit wil ik ook. Toen wist ik dat ik wervelkolomchirurg wilde worden.”
Waarom dan richting orthopedie en niet neurochirurgie?
“Omdat ik al een fascinatie had van het bewegingsapparaat, was die keuze eigenlijk makkelijk gemaakt. Daarbij komt, dat ik denk dat het zijn van wervelkolomchirurg die interessante combinatie is tussen neurochirurgie en orthopedie.”
Kom je uit een familie van dokters?
“Mijn aangetrouwde oom is huisarts. Maar verder ben ik de enige in de familie die dokter is. Mijn vader is wel erg handig en heeft een eigen bedrijf in installatietechnieken. Hij heeft de hogere technische school gedaan. Van hem heb ik altijd geleerd om alles zelf te bekijken en proberen op te lossen.”
Wat vind je het leukste aan het dokter zijn?
“Dat je het verschil kunt maken voor mensen. Bij de orthopedie hebben mensen meestal geen levensbedreigende aandoening, maar je kunt vooral de kwaliteit van leven verbeteren voor mensen. Zoals mensen weer beter kunnen laten lopen die een klapvoet hebben. In die zin vind ik het leukste daaraan dat het belangrijk is, in tegenstelling tot grote bloederige operaties, te streven naar perfectie. Om zo hoog mogelijke score van kwaliteit van leven eruit te halen. Dus zowel het technische aspect van het opereren en tegelijk met mensen kunnen praten wat ze precies willen.”
Wat vind je minder leuk aan het dokter zijn?
“Het mindere leuke is dat je in een omgeving werkt waar veel leed is. Ik zou het ook wel eens leuk vind om op een plek te werken waar het alleen over omzetcijfers gaat en waar de gesprekken tijdens de koffie luchtig zijn. Terwijl wij de hele dag gesprekken hebben met mensen die veel pijn hebben. Vooral zenuwpijn is een zeer heftige pijn.”
Waarom heb je gekozen voor een ZBC plus en niet bijv. een “gewoon” ziekenhuis?
“Ik kan goed zelfstandig werken en hier kan je relatief meer mensen helpen. Omdat we gewend zijn om meer patiënten in een kortere tijd behandelen. Daarnaast is het contact met de patiënten veel directer, patiënten krijgen een afspraak met mij en ook de vervolgafspraken zijn met mij, dat vind ik erg leuk. Daarnaast ga ik binnenkort weer deels aan het werk in het UMCU, waarbij ik ook nog in contact blijf met de academisch kant van ons vak.”
Wat vind je zo leuk aan het werken voor het Spinecenter?
“Dat het snel groeit met deskundige mensen, wat alleen maar beter en groter kan worden. En dat er ook ruimte is voor groei, terwijl in ziekenhuizen je toch vaak ziet dat er vooral bezuinigd moet worden.”
Is er een bijzondere patiënt die je is bijgebleven? Kan/ mag je daar iets over vertellen? Wat maakt deze casus zo bijzonder?
“Toen ik net begonnen was bij het Spinecenter startte ik de behandeling van een 84 jarige man. Hij had veel pijnklachten en vanwege zijn leeftijd heb ik in overleg met collega specialisten ervoor gekozen om zo minimaal mogelijk te opereren met het doel het maximale resultaat te behalen. Na de eerste operatie was er wel verbetering van de klachten, maar nog niet voldoende resultaat. Dan komt de vraag of je nóg een keer moet opereren of dat je het nog de tijd moet geven. Uiteindelijk heb ik hem nog een tweede keer, steeds weer in overleg met de patiënt en met collega’s, geopereerd. En nu na de derde operatie, niet om te herstellen wat eerder was gedaan, maar om de operatie verder uit te breiden. Dat hij uiteindelijk, ondanks zijn leeftijd, nu pijnvrij is en weer verder kan met zijn leven. Iedere keer een operatie, zeker mede zijn leeftijd, een moeilijk besluit is. We hadden ook eerder kunnen besluiten, dit is het, maar dat we hem uiteindelijk wel pijnvrij hebben kunnen krijgen. Hij zal natuurlijk niet functioneren als een 25 jarige, maar hij zegt nu wel verder te kunnen met zijn leven. Maar ook voor hem is het fijn om te weten dat we alles op alles hebben gezet ondanks zijn hoge leeftijd. Er zijn natuurlijk wel extra risicofactoren vanwege zijn hoge leeftijd, maar daarom hebben ook telkens twee (i.p.v. één) anesthesiologen meegedacht in de keuze of het veilig genoeg voor hem was om nog een operatie aan te gaan.”
Wil je iets vertellen over je privé situatie?
“Ik ben getrouwd met een Mexicaanse vrouw die ik heb ontmoet tijdens een grote reis in mijn studententijd. Wat begonnen is als vakantieliefde, maar ondertussen zijn we al 13 jaar bij elkaar en zijn we 7 jaar getrouwd. We hebben 5 jaar lang op afstand een relatie onderhouden. We hebben twee dochters, een tweeling, gekregen van nu bijna 4 jaar oud. En samen met mijn gezin wonen we in Amsterdam. Dat is natuurlijk een hoop drukte, maar wel positieve drukte.”
Wat doe je graag in je vrije tijd?
Ik sport erg veel zoals: fietsen, zwemmen, hardlopen, sportschool en kickboxen. Verder vind ik het leuk om veel te lezen over persoonlijke ontwikkeling en trainen van je brein door bijv. schaken en mediteren.
Wat is je favoriete vakantieland en waarom?
We gaan uiteraard ieder jaar naar Mexico, dat vind ik een geweldig land. Maar daarnaast ga ik graag naar Italië.